De levensduur van een glas-in-lood raam is zo’n 60 tot 70 jaar. Vaak is het dan toe aan restauratie. Het glas wordt dan in nieuw lood gezet, waardoor het raam weer strak, solide en regendicht is.
Hoe werkt een restauratie? Het glas-in-lood paneel wordt uit de sponning gehaald en vervolgens naar het atelier gebracht.
Op het atelier wordt het glas-in-lood paneel uit elkaar gehaald en de ruitjes schoongemaakt. Ontbrekende/gebarsten/beschadigde en ooit vervangende ruitjes worden opnieuw gesneden in de juiste kleur en structuur. Hierna volgt het zetten van het glas in nieuw (staal)lood en aan elkaar gesoldeerd op de punten waar het lood samen komt. Om het paneel wind- en waterdicht – maar ook steviger – te maken wordt het raam aan twee zijden voorzien van kit. De loodprofielen worden hierna dichtgestreken en met zaagsel schoongemaakt. Door het glas-in-lood raam te patineren krijgt het nieuwe lood die oude, authentieke uitstraling.
Een raam is toe aan restauratie als:
- het raam bol staat, rammelt of trilt
- er meerdere ruitjes gebarsten of gebroken zijn
- een buitenraam niet meer waterdicht is
- er veel breuken of scheurtjes in het lood naast de soldeerpunten zitten
- de stevigheid te wensen overlaat door eerdere reparaties.